Het gebruik van antibiotica wordt zorgvuldig gemonitord in de Nederlandse zuivelsector. Preventief gebruik is verboden en de dierenarts registreert het gebruik. Wanneer een koe antibiotica krijgt, wordt haar melk niet aan de zuivelonderneming geleverd. Na de behandeling geldt een 'wachttijd' tot de melk weer mag worden geleverd.
In Nederland moeten melkveehouders verantwoord omgaan met antibiotica. Hiervoor gelden strenge regels. Antibiotica mogen alleen gebruikt worden om zieke dieren te behandelen, preventief gebruik van antibiotica is verboden. Niet ieder antibioticum mag worden toegepast.
Voor ieder melkveebedrijf wordt door de dierenarts een bedrijfsbehandelplan gemaakt. Daarin staat onder andere welke antibiotica bij welke ziekte mogen worden gebruikt. Dit is afhankelijk van welk middel het beste werkt en er de minste kans is op het ontstaan van antibioticaresistentie.
De melkveehouder mag alleen antibiotica toedienen op advies van de dierenarts. Dit betekent dat een melkveehouder werkt volgens het door de dierenarts opgestelde bedrijfsbehandelplan. Sommige diergeneesmiddelen mogen uitsluitend worden toegediend door de dierenarts. Ook mag de melkveehouder maar een kleine hoeveelheid antibiotica op de melkveehouderij hebben.
De dierenarts registreert welke en hoeveel antibiotica wordt gebruikt in MediRund, een verplichte online registratie database.
Als een koe behandeld wordt met antibiotica wordt de melk van deze koe niet afgeleverd en dus niet verwerkt tot zuivelproducten. Ook nadat de kuur klaar is, gaat de melk van deze koe een bepaalde tijd niet naar de fabriek. Om er voor te zorgen dat melk met resten van antibiotica niet wordt verwerkt, wordt rauwe melk intensief gecontroleerd op antibioticaresiduen. De melk in de winkel bevat dus geen antibiotica.