De overheid en de zuivelsector kunnen de KringloopWijzer inzetten als instrument ter verantwoording van fosfaatproductie, maar dan zijn aanpassingen en validatie noodzakelijk. Tot die conclusie komt het Louis Bolk Instituut, dat in opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie en stichting Natuur en Milieu onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden om de KringloopWijzer als instrument voor verantwoording van fosfaatproductie in de melkveehouderij te gebruiken.

De conclusie sluit aan bij eerdere bevindingen van het project Doorontwikkeling KringloopWijzer van ZuivelNL. De aanbevelingen uit de “quick scan” van het Louis Bolk Instituut zullen verder uitgewerkt worden. Zo raden de onderzoekers aan om de KringloopWijzer beter inzetbaar te maken voor bedrijven die veel gras of voer van eigen land aan hun vee voeren. Ook pleiten de onderzoekers daarom voor het testen in de praktijk bij verschillende bedrijfstypen.

Suggesties voor beleid

Het beleid moet bij gebruik van de KringloopWijzer melkveehouders afrekenen op de juiste kengetallen, omdat maatregelen anders juist contraproductief zouden kunnen uitpakken en kunnen leiden tot intensivering van de melkveehouderij. Dat gebeurt als veehouders op basis van de ontstane ‘fosfaatruimte’ bijvoorbeeld besluiten om extra koeien aan te houden. Een tweede suggestie van de onderzoekers is dat de overheid duidelijker kiest voor het stimuleren van bepaalde ontwikkelingen, zoals ‘grondgebondenheid’ (het telen van veevoer op het eigen bedrijf). Verder is de huidige versie van de KringloopWijzer te arbeidsintensief. Boeren die al aan bepaalde milieucriteria voldoen, zouden minder administratieve lasten moeten hebben met het invullen van de bedrijfsgegevens.

Meerwaarde van de KringloopWijzer

De KringloopWijzer heeft een meerwaarde in vergelijking met het nu gebruikte model, constateren de onderzoekers na de ‘quick scan’. Hij is betrouwbaarder en het bevat kengetallen die als Kritieke Prestatie Indicator (KPI) gebruikt kunnen worden om bepaalde beleidsdoelen of maatschappelijk gewenste ontwikkelingen in de melkveehouderij te stimuleren. Zo kan bijvoorbeeld het percentage eigen voer als maat voor grondgebondenheid gebruikt worden als criterium om boeren op af te rekenen of te belonen.

Validatie van de KringloopWijzer

Het Louis Bolk Instituut bepleit een wetenschappelijke onderbouwing van de rekenregels in de KringloopWijzer. Ook adviseren de onderzoekers dat de KringloopWijzer na aanpassingen vooraf wordt getest op uiteenlopende bedrijfstypen. Omdat het invullen van de KringloopWijzer extra werk en kosten kan betekenen voor veehouders, wordt aangeraden een instaptoets te ontwikkelen: bedrijven die al aan bepaalde voorwaarden voldoen, slaan bepaalde stappen over.

Interviews met betrokkenen uit de sector

Het instituut baseert zijn bevindingen op basis van interviews met betrokkenen uit de melkveesector. Om negatieve gevolgen voor andere beleidsdoelen, zoals grondgebondenheid en biodiversiteit te voorkomen, moet de juiste combinatie van parameters gebruikt worden om boeren af te rekenen of te belonen. De onderzoekers verwachten in sommige gevallen een intensivering van de melkveehouderij als het beleid niet de juiste kengetallen gebruikt en zonder dat er bijkomende voorwaarden gesteld worden aan bedrijfsuitbreiding. Het beleid moet zich daarom niet alleen richten op de omvang van fosfaatproductie, maar ook meenemen hóe bedrijven produceren.

De KringloopWijzer is sinds enkele jaren vooral bekend als managementinstrument om melkveehouders te ondersteunen in hun bedrijfsvoering. Inmiddels benut de zuivelsector het instrument om zijn milieuprestatie te laten zien aan de overheid. De overheid overweegt om binnen het stelsel van fosfaatrechten de KringloopWijzer te gebruiken om de fosfaatproductie te verantwoorden.

TERUG NAAR OVERZICHT