Het afgelopen jaar zijn koeien geïnsemineerd met drie verschillende wachttijden na afkalven om te onderzoeken wat het effect is van verschillende tussenkalftijden op de gezondheid en prestaties van melkvee. Deze omvangrijke proef waaraan 150 dieren op Dairy Campus deelnemen maakt onderdeel uit van het project ‘Lactatie op Maat’.
Het project ‘Lactatie op Maat’ loopt nu ruim anderhalf jaar. Tot aan 2020 worden in totaal 150 koeien op Dairy Campus gevolgd. Deze koeien zijn direct na het afkalven ingedeeld in één van de drie proefgroepen met een verschillende wachttijd tot inseminatie. De vrijwillige wachttijd van afkalven tot eerste inseminatie ligt bij veel bedrijven rond de 50 dagen en deze wachttijd is ook aangehouden voor de controlegroep in dit experiment. Voor de tweede proefgroep is de wachttijd verlengd naar 125 dagen, en voor de derde proefgroep zelfs naar 200 dagen. Deze variatie in wachttijd tot eerste inseminatie geeft een grote variatie in lactatielengte.
Inmiddels zijn de eerste kalveren van deze verschillende inseminatiestrategieën geboren. Na dit tweede kalfmoment binnen de proef, worden de koeien nog zes weken intensief gevolgd voor wat betreft hun gezondheid, melkproductie, voeropname en energiebalans, waarna ze de proef verlaten.
Zoektocht naar optimale lactatielengte
Het uiteindelijke doel is inzichtelijk te maken welke strategie het best past bij welk type koe, rekening houdend met levensduur, levensproductie, diergezondheid, vruchtbaarheid en natuurlijk ook het economisch resultaat. Hierbij richten de onderzoekers zich ook op het identificeren van koekenmerken welke in vroege lactatie al informatief zijn hoe een koe gaat reageren op een normale of verlengde wachttijd van afkalven tot eerste lactatie. Deze koekenmerken moeten de veehouder handvatten geven voor het optimaliseren van de inseminatiemoment, en uiteindelijk dus de lactatielengte, per individuele koe, ofwel een Lactatie op Maat.
Meer informatie
Lactatie op Maat is een 4-jarig programma en onderdeel van het onderzoeksprogramma One Health for Food (1H4F) en de Publiek-Private-Samenwerking Duurzame Zuivelketen. Het programma wordt gefinancierd door ZuivelNL en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. CRV levert een bijdrage aan de praktische vertaling van de onderzoeksresultaten. Naast het onderzoek op Dairy Campus is er een netwerk veehouders georganiseerd, waarmee intensief informatie uitgewisseld wordt over de praktijkervaringen en eerste onderzoeksresultaten.