Methaan is een broeikasgas dat via twee wegen in de atmosfeer komt: via biologische processen (biogeen methaan) en via gebruik van fossiele brandstoffen (fossiel methaan). De Duurzame Zuivelketen vindt dat in de berekeningen rekening moet worden gehouden met een verschillende waardering voor biogeen en fossiel methaan.
Methaan heeft, in vergelijking met andere broeikasgassen, een relatief korte levensduur van ongeveer 12 jaar. Het Internationale Klimaatpanel (IPCC) erkent dat biogeen methaan anders moet worden gewaardeerd dan fossiel methaan. In haar 6e Assessment rapport presenteert het IPCC verschillende Global Warming Potential (GWP) voor biogeen en fossiel methaan*. CLM concludeert in het rapport ‘Overzicht wetenschappelijke discussie over methaanwaardering voor de zuivelsector’ (2022) dat het verschil in omrekeningsfactor niet wordt toegepast in nationale emissierapportages.
*Hierbij is conform IPCC (Assessment Report 6, 2021) het broeikaseffect van methaan bij fossiel methaan 29,8 en bij biogeen methaan 27,2 keer sterker dan van CO2 (conform GWP100). Momenteel is de weergave in de nationale emissieregistratie één waarde (28).
Genuanceerder beeld van methaanemissies
De Duurzame Zuivelketen vindt dat in de berekeningen rekening moet worden gehouden met een verschillende waardering voor biogeen en fossiel methaan. Dit kan onder meer door een ‘split gas approach’ (broeikasgassen apart rapporteren) wat leidt tot een genuanceerder beeld van de methaanemissies van de Nederlandse melkveehouderij én daarmee haar bijdrage aan de nationale opgaves.
De impact van de melkveehouderij op het klimaat laat al jaren een licht dalende trend zien. Melkveehoudersorganisaties en zuivelondernemingen blijven zich binnen het samenwerkingsverband Duurzame Zuivelketen inzetten om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen en zo bij te dragen aan de nationale opgaves inclusief de doelen binnen het klimaatakkoord van Parijs.